In 2007 vraagt de Groene Amsterdammer 12 vakmensen naar de beste scene ooit uit het gehele oevre van het Nederlandse Tv-drama.
Het geeft een beeld van hoe onbewust Nederlands-Indie de cultuur en belevingswereld van Nederland is binnengeslopen en hoe Indisch Nederland wel niet is. "Als ik me concrete momenten uit vijftig jaar televisie probeer te herinneren, lukt het me slecht om echt scènes voor de geest te halen, meer sferen. Ja, ook ik herinner me die scène uit De stille kracht. Ik zag dat bloed in de douche van om het hoekje van deur, bevend van angst, betrapt door mijn ouders, naar bed gestuurd." Nicole van Kisdonk, scenario schrijver.
|
Frank Houtappels Mij komt meteen de televisiebewerking van De stille kracht voor ogen. En dan vooral de scène waarin de Raden-Ajoe Pangéran bij Resident van Oudijck komt smeken haar zoon niet te ontslaan.
Ik moet heel jong geweest zijn, de hele serie en vooral die scène maakte diepe indruk op mij. Een oude vrouw, een trotse prinses, die zichzelf diep vernedert om wille van haar kind. [...] Het intens pijnlijke van de situatie, de prachtige taal, dat schitterende accent, het zwaar aangezette spel, fascinerend. |
Frank KetelaarAan de buis geplakt zaten we. Ik zal twaalf geweest zijn, of misschien tien of veertien.
Met het hele gezin keken we naar De stille kracht, de door Walter van der Kamp gemaakte serie naar Louis Couperus. Mysterie, overspel, verraad, goena-goena – de serie deed een ongekend appèl op onze Hollandse onderbuiken. |
Niek BarendsenEr is zoveel Nederlands tv drama van heel hoog niveau.
Ik kies voor de Nederlandse variant van de douchescène uit Psycho, met onze eigen Janet Leigh: Pleuni Touw in De stille kracht. Die serie hing in die periode als een zwoele Indische deken over ons land. Iedereen keek elke week hoe Hollandse nuchterheid strandde op de klippen van de oosterse goena-goena. |
De stille kracht I
Mij komt meteen de televisiebewerking van De stille kracht voor ogen. En dan vooral de scène waarin de Raden-Ajoe Pangéran bij Resident van Oudijck komt smeken haar zoon niet te ontslaan.
Ik moet heel jong geweest zijn, de hele serie en vooral die scène maakte diepe indruk op mij. Een oude vrouw, een trotse prinses, die zichzelf diep vernedert om wille van haar kind. Zelf is ze door haar gokverslaving ook een zinkend schip, en dat weet ze. In de scène grijpt Caro van Eijck de voet van Bob de Lange en zet die op haar eigen hoofd. Het intens pijnlijke van de situatie, de prachtige taal, dat schitterende accent, het zwaar aangezette spel, fascinerend. Wanneer wij mijn vader, fiscalist van beroep en diep van binnen romanticus, vroegen wat hij eigenlijk had willen worden, was het antwoord steevast: missionaris in de Oost. Hij is er nooit geweest, dichterbij dan Wieteke van Dorts Tante Lien en De stille kracht is hij nooit geweest. Dat hij aan de buis gekluisterd zat heeft zeker aan de warmte van de herinnering bijgedragen. Ikzelf herkende voor het eerst de kracht van het verhalen vertellen in woord en beeld. In de decors kon je het karton bijna ruiken, de kamerplanten die de lokale vegetatie moesten voorstellen herkende ik van de vensterbank. Het feit dat ik toch meegesleept werd door alles wat ik zag en hoorde fascineerde me enorm. Ook herinner ik me dat ik voor het eerst wilde weten wie die vrouw was, die Raden-Ajoe, en of het wel goed zou komen met haar. ‘Dat is een heel goeie actrice’, zei mijn vader, ‘en ze heet Caro van Eijck.’ Ik weet bijna zeker dat op dat moment de kiem voor mijn liefde voor tv-drama is gelegd. |
Frank Houtappels
Frank Houtappels (1968) studeerde aan de Amsterdamse toneelschool. Sinds 1995 schrijft Houtappels voor toneel, televisie en film, waaronder Aan het eind van de aspergetijd, Blind Date, De potvis, All Stars en Ja zuster, nee zuster, Hertenkamp, TV7 en de Koekoeksclub. Hertenkamp won een Gouden Kalf (Speciale juryprijs, 2001). Houtappels is ook als tekstschrijver verbonden aan de televisieprogramma’s Koefnoen en Het klokhuis. |
De stille kracht II
Aan de buis geplakt zaten we. Ik zal twaalf geweest zijn, of misschien tien of veertien. Met het hele gezin keken we naar De stille kracht, de door Walter van der Kamp gemaakte serie naar Louis Couperus. Mysterie, overspel, verraad, goena-goena – de serie deed een ongekend appèl op onze Hollandse onderbuiken.
Ik zou niet gauw meer terug durven kijken, want ik ben bang dat het hele drama zich blijkt te hebben afgespeeld in een met vingerplanten en bamboe opgetuigde studio in Hilversum. Maar voor onze ongeoefende ogen droop het zweet van het scherm. En onze oren werden gekieteld door het geluid van krekels, honderden krekels, die een zwoel en betoverend zweem toevoegden, vrijwel de gehele serie lang.
En of dat nog niet genoeg was verscheen daar op een avond ook nog eens een blote vrouw in beeld, in mijn herinnering minutenlang. Het zou wel eens de eerste echt blote vrouw geweest kunnen zijn die ik ooit gezien heb. Pleuni Touw heette ze en ze nam een soort Indisch bad, geloof ik, maar het spannendste was dat ze op raadselachtige wijze onder de bloedspetters kwam te zitten. Verpletterd waren we thuis en dat is waarschijnlijk ook de reden waarom de televisie niet meteen uit werd gezet, maar wij Pleuni’s martelgang tot de laatste seconde bleven volgen.
Ik zou niet gauw meer terug durven kijken, want ik ben bang dat het hele drama zich blijkt te hebben afgespeeld in een met vingerplanten en bamboe opgetuigde studio in Hilversum. Maar voor onze ongeoefende ogen droop het zweet van het scherm. En onze oren werden gekieteld door het geluid van krekels, honderden krekels, die een zwoel en betoverend zweem toevoegden, vrijwel de gehele serie lang.
En of dat nog niet genoeg was verscheen daar op een avond ook nog eens een blote vrouw in beeld, in mijn herinnering minutenlang. Het zou wel eens de eerste echt blote vrouw geweest kunnen zijn die ik ooit gezien heb. Pleuni Touw heette ze en ze nam een soort Indisch bad, geloof ik, maar het spannendste was dat ze op raadselachtige wijze onder de bloedspetters kwam te zitten. Verpletterd waren we thuis en dat is waarschijnlijk ook de reden waarom de televisie niet meteen uit werd gezet, maar wij Pleuni’s martelgang tot de laatste seconde bleven volgen.
De stille kracht III
Er is zoveel Nederlands tv drama van heel hoog niveau: 30 minuten van Arjen Ederveen en Pieter Kramer, en wel de scène waarin Ron Selling poseert met een arm negerkind met vlieg. Pleidooi (Maria Goos), met de beroemde, onvergetelijke monoloog van Eric van der Donk. De enclave (Alma Popeyus en Hein Schütz) met Frank Lammers als Servische slechterik…
Ik kies voor de Nederlandse variant van de douchescène uit Psycho, met onze eigen Janet Leigh: Pleuni Touw in De stille kracht. Die serie hing in die periode als een zwoele Indische deken over ons land. Iedereen keek elke week hoe Hollandse nuchterheid strandde op de klippen van de oosterse goena-goena. In 1974 was ik tien, en ik had geloof ik nog nooit een naakte vrouw gezien die geen directe familie was. Ik was ook nooit verder gereisd dan een keer naar Zuid-Frankrijk. En toen opeens ontvouwde zich op tv de Gordel van Smaragd, met ontembare regenbuien, onderhuidse verlangens, schuld en boete, dansende tafels, wraakzuchtige inlanders, overspelige echtgenotes… Hoe jong ik ook was, ik begreep de douchescène meteen – dit was iets tussen droom en werkelijkheid in. Hier werd een vrouw gestraft voor haar zonden, door een al dan niet ingebeelde kwelgeest. Eigenlijk was dit een uit calvinistische schuldgevoelens opgetrokken scène in een progressief – want naakt – jasje. |
Pleuni Touw heb ik nog vaak zien optreden in diverse stukken, maar of ze nou Lady Macbeth of de moeder van Earnest was, de tienjarige jongen in mij zat te wachten op het moment dat ze zich naakt zou laten opjagen door schuldgevoel en onder zou laten spatten met rode spetters.
Nu weet ik dat alles bordkartonnen decor was, en dat de hele serie in Hilversum is opgenomen. Goena-goena van negen tot vijf in het mediapark. Na een dag vol witte hadji’s, oerips en rollende erren nam men door Hollandse mist de auto naar huis. Nu hoor ik dat die onheilspellende voice-over (‘Het is de stille krrrrracht!’) wel erg toneelmatig was. Maar toch, die ene scène, waarvan de dialoog waarschijnlijk niet veel meer behelst dan ‘Nee! Nee!’ en ‘Hou op’, waarmee het ‘less is more’ nog maar weer eens is bewezen, die ijzingwekkend spannende scène, blijft een onvergetelijk hoogtepunt in het Nederlandse tv-drama.
Niek Barendsen
Niek Barendsen is dramacoördinator en auteur van Het klokhuis. Hij schreef het satirische tv-programma fit en schrijft alle liedjes voor Kopspijkers; hij is tevens de auteur van musicals (Jan, Jans en de kinderen) en theaterprogramma’s (Sophie Tucker: Last of the Red Hot Mama’s).
Nu weet ik dat alles bordkartonnen decor was, en dat de hele serie in Hilversum is opgenomen. Goena-goena van negen tot vijf in het mediapark. Na een dag vol witte hadji’s, oerips en rollende erren nam men door Hollandse mist de auto naar huis. Nu hoor ik dat die onheilspellende voice-over (‘Het is de stille krrrrracht!’) wel erg toneelmatig was. Maar toch, die ene scène, waarvan de dialoog waarschijnlijk niet veel meer behelst dan ‘Nee! Nee!’ en ‘Hou op’, waarmee het ‘less is more’ nog maar weer eens is bewezen, die ijzingwekkend spannende scène, blijft een onvergetelijk hoogtepunt in het Nederlandse tv-drama.
Niek Barendsen
Niek Barendsen is dramacoördinator en auteur van Het klokhuis. Hij schreef het satirische tv-programma fit en schrijft alle liedjes voor Kopspijkers; hij is tevens de auteur van musicals (Jan, Jans en de kinderen) en theaterprogramma’s (Sophie Tucker: Last of the Red Hot Mama’s).