met de metro; ik moest wel eenmaal overstappen op de Beurs, een halte te Rotterdam,
om ‘echt’ thuis te komen. Mijn schrijfcollega’s zouden, onderweg,
aangrijpende, boeiende verhalen geschreven kunnen hebben met intimiteit,
tederheid, spanning en thema’s zoals ‘het ongemakkelijke’: mooie uitsnede
van de werkelijkheid. Ze zouden ‘iets’ wat belangrijk is buiten het kader hebben
kunnen houden, ‘suggestieve verbazing’ aan de lezer overlatend, beelden, kleur,
contrast, ritme: vertragen en of versnellen...
De reis verliep zonder noemenswaardige afwijkingen - een reis zonder incidenten levert geen reisverhalen op -
en snel binnen twee uur zat ik weer op mijn werkkamertje voor de schrijftrainingsopdracht:
“Observatie, kijken en schrijven als een schrijver, maximaal 200 woorden."
En "Perspectief, waarnemen in camera-perspectief of ‘ik’-perspectief in 250 woorden, maximaal.”
Daar gaan we dan met een dwingende zelfdiscipline voor het schrijverschap aan de slag: “Naar huis.”
Een aansprekende titel, toch? …voor een verhaal van 200 woorden.
Een pitstop, dit waren 164 woorden!
Een schrijftraining, je moet kunnen weglaten en aan de lezer ‘iets’ overlaten.
Het zijn toch nog 193 woorden geworden!
Nog zeven woorden te gaan; nog zeven woorden te gaan;
nog zoveel woorden om naar huis te gaan…
Thuiskomen is een tevreden en gelukkig thuisgevoel. Thuisvoelen heeft te maken met veiligheid, zekerheid,
vrijheid, onafhankelijkheid, huiselijkheid, intimiteit… En, je vertrouwd voelen.
Thuisvoelen doe je niet alleen, thuisvoelen doe je samen met dierbaren en
mensen ongeacht ras, geloof, kleur. Onze Indische tante Jacoba toen ze in
de begin jaren 50 in Holland aankwam wilde liever, direct, doorreizen naar
Suriname, want de overheid, Willem Drees, stimuleerde de Indische
Nederlanders naar de Antillen en Suriname te migreren…
waar ze niet welkom waren.
Poelang kemana? Tidak adah (di)roemah, tidak adah tanah! Waarheen?
Terug naar huis? Geen (t)huis, geen land! Het land was en is nu van de
Indonesiërs, maar de Indische Nederlander – de Indo, na 350 jaar Nederlands
kolonialisme – heeft toch een beetje recht op een stukje land, dan alleen
een leven tussen twee vaderlanden.
Hoezo thuiskomen toen, thuisvoelen toen, familiariteit:
bekend zijn met de dingen en mensen, het routineuze,
het voorspelbare, een vanzelfsprekende gelijkenis tussen ‘ik’ en
omgeving, jezelf kunnen zijn onder gelijken.
Zo’n 50000 Indische Nederlanders zijn doorgetrokken naar Brazilië, Australië, Verenigde Staten,
ondanks belemmerende wetten en regelgeving, en hebben, volgens de Sociaal Historicus Wim
Willems [bron: De uittocht uit Indië, 2001], een redelijk tot goed leven opgebouwd: toch thuisgekomen, een thuisgevoel!
Jaren en jaren geleden was ik uit Indië meegereisd met mijn oudjes ‘orang toea’...
en thuisgekomen, een thuisgevoel in België.