De zogenaamde Indische keuken die we in Nederland kennen is in hoofdzaak dezelfde als de Indonesische keuken. Hoewel met de Indische keuken wel specifiek de kookkunsten uit het voornalige Nederlands-Indie wordt bedoeld. Deze oude koloniale kook traditie bevat dan ook tal van hybride gerechten die zijn ontstaan door wederzijdse Indonesisch-Europese beinvloeding. Door de eeuwenlange culinaire east meets west clash is de Indische keuken dus eigenlijk een van werelds eerste fusion kitchens.
Als we het historisch bekijken is de Indonesische keuken in feite de erfgename van de Indische keuken. Gedurende de koloniale periode verzamelde de Indische keuken o.a. door middel van het rijsttafel concept een culinaire collectie van top gerechten uit alle windstreken van Nederlands-Indie. Het menu van de Indische keuken omvatte een brede selectie van gerechten die voorheen slechts streekgebonden bekendheid genoten en nu door de mobiliteit van de Indo-Europeese bestuursambtenaren en ondernemers door de gehele archipel werd verspreid. Een process dat er zelfs toe resulteerde dat sommige lokale keukens zoals de Molukse keuken voor een groot gedeelte uit Indische gerechten bestaat.
De Indo lekkerbek heeft echter niet alleen een rol gespeeld in de samenstelling van de Indische menu kaart maar eveneens in het ontstaan van de vele fusion gerechten die erop staan. Welke gerechten uit de Indische keuken (en dus de Indonesische keuken) behoren tot de Indo fusion kitchen is een interesante en soms opzienbarende speurtocht. Als ik in Portugal traditionele pasteitjes eet die haast niet van Indische pasteitjes zijn te onderscheiden dan ga je toch nadenken over wie waar de mosterd vandaan heeft gehaald.
Maar terug naar de titel van dit epistel: Perkedel. De naam is duidelijk een verbastering van het woord Frikadel dat al in gebruik is in het Nederland van rond het jaar 1600. Tja, heel waarschijnlijk net zoals de Indische gehaktballetjes een gerecht uit de al oude Indo-Europese fusion kitchen. Op zoek naar onderbouwing voor mijn educated guesses en wilde veronderstellingen vond ik dit in het etymologisch woordenboek:
Terwijl de frikadel als gerechtnaam in Nederland verouderde, bleven naam en gerecht in het Indisch-Nederlands bestaan en werden zij door het Indonesisch ontleend als perkedel 'gehakt' (met metathese en klankwettige overgang f > p zoals in piekeren). In de Indonesische keuken in Nederland is vervolgens in de tweede helft van de 20e eeuw opnieuw de Indonesische frikadel in vele soorten ingevoerd, waaronder ook vleesloze, bijv. een frikadel van kabeljauw, frikadel kool etc.
Ingrediënten
4 middelgrote aardappels (samen circa 300 gram)
kilo gram rundergehakt
4 teentjes knoflook
Eventueel 2 rawit pepertjes of sambal (oelek) naar smaak
2 kopjes gebakken, droge, knapperige uitjes
1 theelepel witte peper
1 theelepel nootmuskaat
1 theelepel kruidnagel
1 theelepel ketoembar
2 theelepels djahé
Circa 1 theelepel zout
1 ei
3 eetlepels ketjap asin
Bakboter/margarine
Slaolie
(van beide 1 deel, 50/50)
1 scheutje warm water
2 eetlepels ketjap manis
How to:
- Boen de aardappels schoon onder de kraan, zet ze op met water en kook ze gaar. Laat de aardappels iets afkoelen, pel ze en prak ze fijn.
- Maak de knoflookteentjes en eventueel de rawit schoon (kroontje eraf snijden) en wrijf ze met een beetje zout fijn in de vijzel. Als je die niet hebt dan kun je de knoflookteentjes persen en de rawit vervangen door sambal.
- Doe het gehakt in een grote kom en voeg de gebakken uitjes, de knoflook, rawit/sambal, de gebakken uitjes, witte peper, nootmuskaat, kruidnagel, ketoembar , djahé, zout, ketjap asin en de fijn geprakte aardappels toe. Kneed goed door tot het mengsel één geheel is. Maak er balletjes van.
- Doe de bakboter en de olie in een ruime braadpan, bak hierin op niet al te hoog vuur de balletjes rondom lichtbruin, niet te donker.
- Voeg een scheutje water en de ketjap manis toe en laat ze met het deksel op de pan op laag vuur stoven tot ze gaar zijn.
MvG, de straatslenteraar