Voetpijn en andere sakits.
Struin, struin, struin. Zo struin ik door de Pasar Malam.
Eerst naar de afdeling 'Makan' natuurlijk. Ik kan niet wachten tot ik in de eettent sta.
Ik slenter op mijn slippers mijn neus achterna. En ja hoor, hoe toch deze? Al die houten planken onder mijn voeten. Al slipperend val ik bijna op mijn bil!
Ik denk bij mezelf dom,dom,dom, had ik nou maar andere schoenen aangedaan.
Maar je weet toch, het is warm. Ik wil niet, dichte schoenen aan.
Ik wil dat mijn tenen kunnen bewegen. Dat mijn tenen lekker kunnen krullen.
Waarom zijn mijn voeten niet zoals mijn voor, voor voorouders?
Die konden tenminste nog in de klapperbomen klimmen om een kokosnoot eruit te plukken.
Oké, niet mokken gewoon lekker door sjokken.
Na de eeterijen even naar buiten om de lekkere luchtjes te ontvluchten en uit te waaien. Niet dat het heel veel helpt, maar mentaal helpt het iig wel. Goed, ik ruik al minder.
Ik loop gezellig langs alle kraampjes met spulletjes en koop een paar leuke kleine hebbedingetjes. Niet dat ik er ooit iets mee zal doen. Maar het hoort erbij, vind ik. Net zoals dat iedereen je zo vriendelijk groet. Herkenning heet dat. Ik kuier, knik, lach en koop op klanken van krontjong. Heerlijk hoor die jaarlijkse eenheid, om even weg te kunnen dromen dat iedereen one big happy family is.
Ik ga zitten bij het podium in de grote tent om even uitrusten. Ik luister naar de gamelan en waan me op een vlooienmarkt in Bali. De pasar in Ubud of beter nog die in Sukawati, waar het ook altijd zo super druk is en talloze snuisterijen verkocht worden. Zouden er veel vreemde vogels zijn die heimwee hebben naar een vakantieland, vraag ik me af?
Zonder veel verder te peinzen denk ik plots aan de snoeperijen die een bezoek aan de pasar in Indonesie meestal afsluiten. Zoete zaligheid zoals ijs shanghai of andere heerlijke drankjes met zoete stroop, kleine bruine bonen, jonge kokosnoot en schaafijs. Hmm, ik krijg weer trek...
Ik sta op om door te struinen en een laatste pisang goreng te scoren, en misschien een indische kroket, oh en een frikadel voor straks thuis.
Pulang, huiswaarts. Als ik thuis ben leg ik mijn voeten op tafel en rust uit. De volgende keer, dat is dus morgen, trek ik ander schoeisel aan…