"Niets is blijvend, behalve dat wat herinnerd wordt..."
Indo Hall of Fame
Ter ere van diegenen die van aanwijsbare waarde zijn geweest voor de Indo gemeenschap dan wel de Indo cultuur.
Ter ere van diegenen die van aanwijsbare waarde zijn geweest voor de Indo gemeenschap dan wel de Indo cultuur.
Klik op de foto voor de online bio!
Beb Vuyk, de unieke auteur van meesterwerken als 'De Groene Wilde Geur' en schrijfster van o.a. het best verkochte en invloedrijke kookboek: 'Het Grote Indonesische Kookboek', is van groot belang geweest voor de verspreiding van de Indisch en Indonesische kookkunsten.
Eddy du Perron, invloedrijk literair icoon en schrijver van het meesterwerk ' Land van Herkomst'.
Karel Zaalberg, oprichter van het 'Indo Europees Verbond', de grootste belangenbehartiger van Indos in Nederlands Indie.
Dick de Hoog, ook bekend als de Indo generaal, populaire president van het 'Indo Europees Verbond'.
Tjalie Robinson, auteur en avant garde en visionair ziener. Cultureel leidsman en berschermer van de Indo identiteit.
Douwes Dekker, onnavolgbaar politiek activist. Oprichter van de Indische Partij, de eerste partij die streed voor een onafhankelijk Indie.
P.F.Dahler, leider van de Indos tijdens de Japanse bezetting in WWII. Strijder voor het associatie beginsel, de integratie van Indos met de Indonesiers.
Andy Tielman, de invloedrijke peetvader van de Nederlands popmuziek en de Indorock. Ongeevenaard muzikaal talent.
Rob Nieuwenhuis, literair historicus die de Indische lectuur op de kaart heeft gezet.
Paatje Phefferkorn, pencak silat meester die invloedrijk is geweest bij het lanceren van de vechtkunst in Nederland en daarbuiten.
Wieteke van Dort, creator van het populaire personage Tante Lien. Verantwoordelijk voor de enige tv show die Indo cultuur nationaal propageerde.
Adriaan van Dis, auteur van veel geprezen post-koloniale meesterwerken en invloedrijk televisiemaker. Heeft Indie en Indonesie weer prominent de Nederlandse huiskamers ingekregen.
Marion Bloem, opvolger van Tjalie Robinson die consequent stem en beeld geeft aan de Indo dimensie in het Nederlandse culturele leven.
Alfred Birney, auteur van onder meer het prijzenwinnend meesterwerk 'De tolk van Java' waarmee hij anno 2017 de Indo dimensie met een mokerslag terugbrengt in de Nederlandse literatuur.
Eddy du Perron, invloedrijk literair icoon en schrijver van het meesterwerk ' Land van Herkomst'.
Karel Zaalberg, oprichter van het 'Indo Europees Verbond', de grootste belangenbehartiger van Indos in Nederlands Indie.
Dick de Hoog, ook bekend als de Indo generaal, populaire president van het 'Indo Europees Verbond'.
Tjalie Robinson, auteur en avant garde en visionair ziener. Cultureel leidsman en berschermer van de Indo identiteit.
Douwes Dekker, onnavolgbaar politiek activist. Oprichter van de Indische Partij, de eerste partij die streed voor een onafhankelijk Indie.
P.F.Dahler, leider van de Indos tijdens de Japanse bezetting in WWII. Strijder voor het associatie beginsel, de integratie van Indos met de Indonesiers.
Andy Tielman, de invloedrijke peetvader van de Nederlands popmuziek en de Indorock. Ongeevenaard muzikaal talent.
Rob Nieuwenhuis, literair historicus die de Indische lectuur op de kaart heeft gezet.
Paatje Phefferkorn, pencak silat meester die invloedrijk is geweest bij het lanceren van de vechtkunst in Nederland en daarbuiten.
Wieteke van Dort, creator van het populaire personage Tante Lien. Verantwoordelijk voor de enige tv show die Indo cultuur nationaal propageerde.
Adriaan van Dis, auteur van veel geprezen post-koloniale meesterwerken en invloedrijk televisiemaker. Heeft Indie en Indonesie weer prominent de Nederlandse huiskamers ingekregen.
Marion Bloem, opvolger van Tjalie Robinson die consequent stem en beeld geeft aan de Indo dimensie in het Nederlandse culturele leven.
Alfred Birney, auteur van onder meer het prijzenwinnend meesterwerk 'De tolk van Java' waarmee hij anno 2017 de Indo dimensie met een mokerslag terugbrengt in de Nederlandse literatuur.
Verzameld Werk van Vincent MahieuFree Download:
|
Jan Boon, de Jagoan, aka Tjalie Robinson aka Vincent Mahieu op de Pasar Malam Tong Tong aka Pasar Malam Besar aka Tong Tong Fair...
|
Familie fotos
Onze historische familie Hall of Fame
Archief
Johan Charles 'Pie' Simao - 1913-1939
Amboyna
"De twee schiereilanden, door buiten- en binnenbaai bijna geheel van elkaar gescheiden, op de kleine landengte aan de binnenbaai na. ´Passo´, dat zeiden de Portugezen al.
Het was een bergachtig eiland: een paar vlakke stroken, langs de kusten, vol grillige bruine rotsen en riffen toch nog. Zwaar bebost op de bergen en in de dalen, op de vlakten langs het water, in het water ook.
Zoveel helder water overal, zoet water, rivieren, bronnen, beken, watervallen over de rotsen.
Er was een net van wegen en weggetjes en paden en trappen in het rotsgebergte uitgehouwen, naar grote en kleine dorpen toe: van christenen, van mohammedanen, de oude gemeenschappen onder de cijfers Negen en Vijf: Siwa - Lima.
Ertussen, hier en daar, een tuin (Kleine plantage), een vervallen klein fort, een oud kerkje met wapenborden uit de VOC tijd, een bontgeschilderde houten moskee naast zijn slanke minaret, een grote gebeeldhouwde zerk boven een vergeten graf -Ter Eewiger Nagedachtenis- eeuwig is zo lang! En dan die ene grote stad aan de buitenbaai.
Zij kende het eiland zo goed, tot op het allersteilste gebergte, tot in het diepste oerbos, ze was met een prauwtje langs alle kusten gevaren. Hoevele malen had zij over de prauwrand gehangen om door een holle bamboe te kijken naar de zeetuinen in de buitenbaai - het in gekleurd koraal verstarde droomgezicht, zo onwezenlijk stil, waarin alleen de bonte vlinderlichte visjes pijlsnel bewogen, of een paar ernstige bruine zeepaardjes rechtop in het water hingen en elkaar onvervaard aanstaarden.
En de mensen!
¨Zij´´ kende niet alle mensen op het eiland -natuurlijk niet!- maar wel velen: de oude radja familie met de Portugese naam,..."
Het was een bergachtig eiland: een paar vlakke stroken, langs de kusten, vol grillige bruine rotsen en riffen toch nog. Zwaar bebost op de bergen en in de dalen, op de vlakten langs het water, in het water ook.
Zoveel helder water overal, zoet water, rivieren, bronnen, beken, watervallen over de rotsen.
Er was een net van wegen en weggetjes en paden en trappen in het rotsgebergte uitgehouwen, naar grote en kleine dorpen toe: van christenen, van mohammedanen, de oude gemeenschappen onder de cijfers Negen en Vijf: Siwa - Lima.
Ertussen, hier en daar, een tuin (Kleine plantage), een vervallen klein fort, een oud kerkje met wapenborden uit de VOC tijd, een bontgeschilderde houten moskee naast zijn slanke minaret, een grote gebeeldhouwde zerk boven een vergeten graf -Ter Eewiger Nagedachtenis- eeuwig is zo lang! En dan die ene grote stad aan de buitenbaai.
Zij kende het eiland zo goed, tot op het allersteilste gebergte, tot in het diepste oerbos, ze was met een prauwtje langs alle kusten gevaren. Hoevele malen had zij over de prauwrand gehangen om door een holle bamboe te kijken naar de zeetuinen in de buitenbaai - het in gekleurd koraal verstarde droomgezicht, zo onwezenlijk stil, waarin alleen de bonte vlinderlichte visjes pijlsnel bewogen, of een paar ernstige bruine zeepaardjes rechtop in het water hingen en elkaar onvervaard aanstaarden.
En de mensen!
¨Zij´´ kende niet alle mensen op het eiland -natuurlijk niet!- maar wel velen: de oude radja familie met de Portugese naam,..."
Uit ‘’De tienduizend dingen’’ van Maria Dermoût, (Eerste druk 1955), pagina 125-126 in ‘’Verzameld Werk’’ (Querido, Amsterdam, 2000).
Pax Lusitania
In 1511 veroverde de legendarische Portugese admiraal Aphonso d’Albuquerque, bijgenaamd de ‘Leeuw van de Zeeen’, de strategisch gelegen stadstaat Malakka, toen de belangrijkste haven van Insulinde. Van daaruit stuurt hij al snel de eerste Portugese expeditie naar de Molukse Specerij eilanden. Een convooi van 3 schepen vaart uit, de kapiteins zijn de Abreu, Serrao en Simao. Het begin van een langdurende Portugese invloed in Zuid Oost Azie. De Nederlanders zouden vele eeuwen langer de dominante koloniale macht in de regio zijn, toch is de Portugese invloed tot op de dag van vandaag herkenbaar.
De reden voor de duurzame Portugese invloed wordt begrijpbaar aan de hand van de woorden van Aphonso d’Albuquerque zelf:
“Kolonies en hun inheemse bevolking zijn niet slechts bezittingen die benut moeten worden. Zij moeten worden beschouwd als voortzettingen van Portugal, en alle inwoners, ongeacht hun huidskleur, moet zich Portugees voelen, en als zodanig moeten zij dezelfde vrijheden hebben en geïnspireerd worden door dezelfde idealen, dezelfde tradities eren en geregeerd worden door dezelfde instellingen. In deze opvatting is huidskleur niet veel meer dan een toeval.”
Het schip van Serrao zinkt voor de noordkust van Ambon bij Hitu, maar hij en zijn mannen overleven de ramp. De eerste Portugezen die in 1512 op Ambon arriveerden waren dus in feite schipbreukelingen. Ze vestigden echter direct hun reputatie als kundige krijgers door de Ambonezen te helpen met het afslaan van een aanval van vijandige stammen uit het vele malen grotere nabijgelegen buureiland Ceram. Serrao's reputatie verspreidde zich daarop snel door de Molukse archipel, hij bevriendde de vooruitziende Sultan van Ternate en werd zelfs diens adviseur en millitair aanvoerder tot beiden uiteindelijk door conservatieve krachten binnen het paleis aan de gifbeker ten onder gingen.
Eerst vestigden de Portugezen op Ambon slechts een verversingsstation voor verdere handelsmissies met de machtige Noord Molukse Sultans van Ternate en Tidore. Snel vestigden zich echter ook permanente Portugese handelsposten aan de baai van Ambon. De meest strategische plek op het eiland wordt ‘Passo’ genoemd, wat voetstap of doorgang betekent in het Portugees. Doorgang voor prauwen die over rollende bamboepalen tussen de binnen en buitenbaai gesleept werden en enige doorgang over land tussen de 2 delen van het eiland. In deze periode moet de eerste Capitao Simao zich blijvend op Ambon gevestigd hebben. Stamvader van de Rajas van Paso.
De Zuid Molukse regio was verdeeld in 2 historisch traditionele netwerken: De animistische Uli Siwa federatie en de Islamitische Uli Lima federatie. Ook het eiland Ambon was onderverdeeld in deze 2 groepen. ‘Passo’ is ook een strategisch grenspost tussen het zuidelijke schiereiland Leitimor van de Uli Lima en de Islamitische Uli Siwa in het Noorden van Ambon. De Portugezen vonden aansluiting met de Ambonese gemeenschappen van de Uli Siwa federatie, waarvan velen zich bekeerden tot het Portugese geloof. Rond 1530 gingen vooral op het Ambonese schiereiland Leitimor vele dorpen over tot het Christendom. In korte tijd kon daarop de Katholieke zending van Xaverius de religieuze en daardoor culturele band tussen de Portugezen en Ambonezen bevestigen en uitbreiden.
Met steun van het moslim sultanaat Ternate bleef de Islamitische Uli Lima federatie de gekerstende Uli Siwa dorpen op Ambon aanvallen totdat de Portugezen in 1576 het fort ‘Nosa Senhora de Anuncada’ vestigden. Uit de daaropvolgende ‘Pax Portugal’ bloeide een mengcultuur met sterke invloed tot op de buureilanden Haruku, Saparua en Nusa Laut. Deze Portugese mengcultuur zal de feitelijke koloniale dominantie van de Portugezen lang overleven.
De Mestizo, Portugese mestiezen, zijn in feite de eerste Indos uit de geschiedenis. Deze gemengdbloedigen waren geworteld in de eilanden, maar in tegenstelling tot de oorspronkelijke autochtone bewoners droegen ze schoenen en hoeden, aten ze met bestek, zaten ze op stoelen en aan tafels, stichtten ze scholen en kerken, en spraken ze een eigen creoolse taal. De Portugese creoolse taal genaamd 'Portugis' werd zelfs de Lingua Franca van de gehele Oost Indische archipel, lang voordat het handels (Pasar) Maleis dat werd.
Tot op de dag van vandaag zijn er verrasend veel Portugese woorden overgebleven, niet alleen in het Ambonees Maleis, maar ook in de huidige Indonesische taal: Behasa Indonesia. Die woorden geven inzicht in welke (westerse) vernieuwingen de Portugezen geintroduceerd hebben: School; Sekolah van Escola; Kerk: Gereja van Igreja; Wiel: Roda van Roda; Wagen: Kereta van Carreta; Zeep: Sabun van Sabao; Boter: Mentega van Manteiga; Kaas: Keju van Quejo; Schoenen, Sepatu van Sapato; Vaandel/vlag: Bendera van Bandeira; Bank/stoel: Bangku van Banco; Tafel: Meja van Mesa; Vork: Garpu van Garfo; Feest: Pesta van Festa; Dans: Dansa van Danca; Zondag: Mingu van Domingo en zelfs Tijd: Tempo van Tempo. Daarnaast zijn er natuurlijk ook de typische Mestizo woorden als Sinjo, Nona en Njonja die door de eeuwen heen blijvend zijn gebruikt door Indos. Maar het bekendste woord van Portugeze oorsprong is wellicht: Belanda van Holanda.
Pas in 1599 arriveren de eerste Belandas (Hollanders) op Ambon, die in 1600 een verdrag sluiten met de Moslim dorpen van de rivaliserende Uli Lima federatie. Onder dat verdrag bouwen de Hollanders een fort bij Hitu en hinderen Portugese schepen. In 1602 al maakt een Portugese vloot onder Furtado de Mendoza het fort met de grond gelijk, de Hollanders worden verjaagd en de Hituezen gestraft.
De Nederlandse reders herorganiserden zich echter in de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC) en kwamen met verenigde krachten terug naar de Molukken. In 1604 vragen de Moslim Ambonezen van de Uli Lima federatie te Hitu nogmaals om hulp tegen de Portugezen. Dit keer weten de Holanders het Portugese schip van de Portugese gouverneur te kapen en de Gouverneur gevangen te nemen. Met 20 Kora-Kora oorlogsprauwen uit Hitu weten ze de Portugezen op Ambon tot overgave te dwingen in 1605. De handels en militaire dominantie van de Portugezen in de regio brokkelt definitief af.
De VOC vloot dwingt vervolgens de eed van trouw af aan de Staat der Nederlanden en Prins Maurits van Oranje als souverein van het Zuid Molukse archipel. De gemeenschappen van Hitu en de voorheen Portugees gezinde Oma op Haruku zijn de eersten die de eed van trouw afleggen. Ook de overgebleven Portugese families moeten de eed afleggen. De VOC soldaten en gewapende matrozen verichtten echter alsnog een beeldenstorm in de Katholieke kerken op Ambon. Een deel van de Mestizo en Katholieke Ambonezen verlaat daarop Ambon en komen onder meer terecht bij onafhankelijke Portugese mestizo clans zoals de Larentequiros te Solor op Flores of bij de beruchte Topasses op Timor. Deze vrijgevochten Mestizo clans beheersen ondanks grote druk van de VOC nog vele decennia lang de sandelhout handel en weten Oost Timor tot het einde vrij te houden van Hollandse invloed. Ook de expansionistische Republiek Indonesia heeft in de 20ste en 21ste Oost-Timor niet blijvend weten te onderwerpen.
Om ook de sociale en culturele invloed van de Portugese mengcultuur te verminderen en op termijn een grotere en blijvende invloed uit te kunnen oefenen wordt het de VOC employees al snel toegestaan om Ambonese vrouwen te huwen. De mestiezen gemeenschap bleef zodoende gestaag groeien. De Ambonezen vragen de VOC echter ook om dan Nederlandse onderwijzers te sturen voor hun voorheen Portugese scholen. Net zoals hun Portugese stamvaders kenden de Mestizo en Ambonezen geen verschil tussen kerk en staat en de Katholieke bevolking gaat zonder al te veel onwil over naar de Protestantse kerken. Al in 1607, 1611 en 1620 gaan Ambonezen naar Nederland om opgeleid te worden tot predikant.
Tot verassing van de Uli Lima moslims van Hitu versterkt de band tussen de Hollanders en de christelijke Uli Siwa in het zuiden van Ambon onverwacht snel. In latere eeuwen wordt Ambon uiteindelijk zelfs hofleverancier voor de elite troepen van het KNIL. Tijdens de formele koloniale periode van Nederlandsch-Indie (tussen 1800-1942) laten steeds meer hoger opgeleide christelijke Ambonezen en afstammelingen van de Portugese Mestizo zich formeel voor de wet gelijk stellen aan de Europeaan en komen zo in de Europese bevolkingsklasse. Prominente voorbeelden zijn de gewezen presidenten Soumokil en Manusama die beiden ook een Indo moeder hadden.
De reden voor de duurzame Portugese invloed wordt begrijpbaar aan de hand van de woorden van Aphonso d’Albuquerque zelf:
“Kolonies en hun inheemse bevolking zijn niet slechts bezittingen die benut moeten worden. Zij moeten worden beschouwd als voortzettingen van Portugal, en alle inwoners, ongeacht hun huidskleur, moet zich Portugees voelen, en als zodanig moeten zij dezelfde vrijheden hebben en geïnspireerd worden door dezelfde idealen, dezelfde tradities eren en geregeerd worden door dezelfde instellingen. In deze opvatting is huidskleur niet veel meer dan een toeval.”
Het schip van Serrao zinkt voor de noordkust van Ambon bij Hitu, maar hij en zijn mannen overleven de ramp. De eerste Portugezen die in 1512 op Ambon arriveerden waren dus in feite schipbreukelingen. Ze vestigden echter direct hun reputatie als kundige krijgers door de Ambonezen te helpen met het afslaan van een aanval van vijandige stammen uit het vele malen grotere nabijgelegen buureiland Ceram. Serrao's reputatie verspreidde zich daarop snel door de Molukse archipel, hij bevriendde de vooruitziende Sultan van Ternate en werd zelfs diens adviseur en millitair aanvoerder tot beiden uiteindelijk door conservatieve krachten binnen het paleis aan de gifbeker ten onder gingen.
Eerst vestigden de Portugezen op Ambon slechts een verversingsstation voor verdere handelsmissies met de machtige Noord Molukse Sultans van Ternate en Tidore. Snel vestigden zich echter ook permanente Portugese handelsposten aan de baai van Ambon. De meest strategische plek op het eiland wordt ‘Passo’ genoemd, wat voetstap of doorgang betekent in het Portugees. Doorgang voor prauwen die over rollende bamboepalen tussen de binnen en buitenbaai gesleept werden en enige doorgang over land tussen de 2 delen van het eiland. In deze periode moet de eerste Capitao Simao zich blijvend op Ambon gevestigd hebben. Stamvader van de Rajas van Paso.
De Zuid Molukse regio was verdeeld in 2 historisch traditionele netwerken: De animistische Uli Siwa federatie en de Islamitische Uli Lima federatie. Ook het eiland Ambon was onderverdeeld in deze 2 groepen. ‘Passo’ is ook een strategisch grenspost tussen het zuidelijke schiereiland Leitimor van de Uli Lima en de Islamitische Uli Siwa in het Noorden van Ambon. De Portugezen vonden aansluiting met de Ambonese gemeenschappen van de Uli Siwa federatie, waarvan velen zich bekeerden tot het Portugese geloof. Rond 1530 gingen vooral op het Ambonese schiereiland Leitimor vele dorpen over tot het Christendom. In korte tijd kon daarop de Katholieke zending van Xaverius de religieuze en daardoor culturele band tussen de Portugezen en Ambonezen bevestigen en uitbreiden.
Met steun van het moslim sultanaat Ternate bleef de Islamitische Uli Lima federatie de gekerstende Uli Siwa dorpen op Ambon aanvallen totdat de Portugezen in 1576 het fort ‘Nosa Senhora de Anuncada’ vestigden. Uit de daaropvolgende ‘Pax Portugal’ bloeide een mengcultuur met sterke invloed tot op de buureilanden Haruku, Saparua en Nusa Laut. Deze Portugese mengcultuur zal de feitelijke koloniale dominantie van de Portugezen lang overleven.
De Mestizo, Portugese mestiezen, zijn in feite de eerste Indos uit de geschiedenis. Deze gemengdbloedigen waren geworteld in de eilanden, maar in tegenstelling tot de oorspronkelijke autochtone bewoners droegen ze schoenen en hoeden, aten ze met bestek, zaten ze op stoelen en aan tafels, stichtten ze scholen en kerken, en spraken ze een eigen creoolse taal. De Portugese creoolse taal genaamd 'Portugis' werd zelfs de Lingua Franca van de gehele Oost Indische archipel, lang voordat het handels (Pasar) Maleis dat werd.
Tot op de dag van vandaag zijn er verrasend veel Portugese woorden overgebleven, niet alleen in het Ambonees Maleis, maar ook in de huidige Indonesische taal: Behasa Indonesia. Die woorden geven inzicht in welke (westerse) vernieuwingen de Portugezen geintroduceerd hebben: School; Sekolah van Escola; Kerk: Gereja van Igreja; Wiel: Roda van Roda; Wagen: Kereta van Carreta; Zeep: Sabun van Sabao; Boter: Mentega van Manteiga; Kaas: Keju van Quejo; Schoenen, Sepatu van Sapato; Vaandel/vlag: Bendera van Bandeira; Bank/stoel: Bangku van Banco; Tafel: Meja van Mesa; Vork: Garpu van Garfo; Feest: Pesta van Festa; Dans: Dansa van Danca; Zondag: Mingu van Domingo en zelfs Tijd: Tempo van Tempo. Daarnaast zijn er natuurlijk ook de typische Mestizo woorden als Sinjo, Nona en Njonja die door de eeuwen heen blijvend zijn gebruikt door Indos. Maar het bekendste woord van Portugeze oorsprong is wellicht: Belanda van Holanda.
Pas in 1599 arriveren de eerste Belandas (Hollanders) op Ambon, die in 1600 een verdrag sluiten met de Moslim dorpen van de rivaliserende Uli Lima federatie. Onder dat verdrag bouwen de Hollanders een fort bij Hitu en hinderen Portugese schepen. In 1602 al maakt een Portugese vloot onder Furtado de Mendoza het fort met de grond gelijk, de Hollanders worden verjaagd en de Hituezen gestraft.
De Nederlandse reders herorganiserden zich echter in de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC) en kwamen met verenigde krachten terug naar de Molukken. In 1604 vragen de Moslim Ambonezen van de Uli Lima federatie te Hitu nogmaals om hulp tegen de Portugezen. Dit keer weten de Holanders het Portugese schip van de Portugese gouverneur te kapen en de Gouverneur gevangen te nemen. Met 20 Kora-Kora oorlogsprauwen uit Hitu weten ze de Portugezen op Ambon tot overgave te dwingen in 1605. De handels en militaire dominantie van de Portugezen in de regio brokkelt definitief af.
De VOC vloot dwingt vervolgens de eed van trouw af aan de Staat der Nederlanden en Prins Maurits van Oranje als souverein van het Zuid Molukse archipel. De gemeenschappen van Hitu en de voorheen Portugees gezinde Oma op Haruku zijn de eersten die de eed van trouw afleggen. Ook de overgebleven Portugese families moeten de eed afleggen. De VOC soldaten en gewapende matrozen verichtten echter alsnog een beeldenstorm in de Katholieke kerken op Ambon. Een deel van de Mestizo en Katholieke Ambonezen verlaat daarop Ambon en komen onder meer terecht bij onafhankelijke Portugese mestizo clans zoals de Larentequiros te Solor op Flores of bij de beruchte Topasses op Timor. Deze vrijgevochten Mestizo clans beheersen ondanks grote druk van de VOC nog vele decennia lang de sandelhout handel en weten Oost Timor tot het einde vrij te houden van Hollandse invloed. Ook de expansionistische Republiek Indonesia heeft in de 20ste en 21ste Oost-Timor niet blijvend weten te onderwerpen.
Om ook de sociale en culturele invloed van de Portugese mengcultuur te verminderen en op termijn een grotere en blijvende invloed uit te kunnen oefenen wordt het de VOC employees al snel toegestaan om Ambonese vrouwen te huwen. De mestiezen gemeenschap bleef zodoende gestaag groeien. De Ambonezen vragen de VOC echter ook om dan Nederlandse onderwijzers te sturen voor hun voorheen Portugese scholen. Net zoals hun Portugese stamvaders kenden de Mestizo en Ambonezen geen verschil tussen kerk en staat en de Katholieke bevolking gaat zonder al te veel onwil over naar de Protestantse kerken. Al in 1607, 1611 en 1620 gaan Ambonezen naar Nederland om opgeleid te worden tot predikant.
Tot verassing van de Uli Lima moslims van Hitu versterkt de band tussen de Hollanders en de christelijke Uli Siwa in het zuiden van Ambon onverwacht snel. In latere eeuwen wordt Ambon uiteindelijk zelfs hofleverancier voor de elite troepen van het KNIL. Tijdens de formele koloniale periode van Nederlandsch-Indie (tussen 1800-1942) laten steeds meer hoger opgeleide christelijke Ambonezen en afstammelingen van de Portugese Mestizo zich formeel voor de wet gelijk stellen aan de Europeaan en komen zo in de Europese bevolkingsklasse. Prominente voorbeelden zijn de gewezen presidenten Soumokil en Manusama die beiden ook een Indo moeder hadden.
Vrij naar: Somers Jan, A. ‘’De VOC als volkenrechtelijke actor’’ (Gouda
Quint oav Sanders Instituut, Erasmus Universiteit, Rotterdam, 2001) Hoofstuk 9,
vanaf pagina 143.